2022-09-08
Polyester (polyethyleentereftalaat) wordt verkregen uit een chemische reactie waarbij aardolie, lucht en water betrokken zijn. Deze kunstvezel bestaat uit gezuiverd tereftaalzuur (PTA) en monothelueenglycol (MEG).
Polyester is thermoplastisch, wat betekent dat het kan worden gesmolten en hervormd. Bij het maken van polyester smelten scheikundigen polyesterpellets en persen ze door kleine gaatjes (spinnerets). Aan de uitgangszijde van de spindoppen stollen de doorlopende filamenten van wat wij polyestervezels noemen. De grootte en vorm van het gat bepalen de vorm en diameter van de vezels. De vezels zijn vast polymeer; er zijn geen lege ruimtes in de vezels. Deze doorlopende filamenten, “touw” genoemd, kunnen op elke gewenste lengte worden gesneden (er is geen lengteverdeling, alle vezels worden vervaardigd om perfect homogeen te zijn) om stapelvezels te produceren voor gebruik in textiel en non-wovens, of ze kunnen als een doorlopende draad worden achtergelaten. monofilament, dat lijkt op een vislijn.
Polyester is hydrofoob. Om deze reden absorberen polyesterstoffen geen transpiratie of andere vloeistoffen, waardoor de drager een vochtig, klam gevoel krijgt. Polyestervezels hebben doorgaans een laag vochtabsorberend vermogen. Vergeleken met katoen is polyester sterker en heeft een groter rekvermogen. De vezelsterkte kan variëren van 2,5 gram/denier tot 9,5 gram/denier.
Milieubewuste kopers kijken fronsend naar het gebruik van polyester. Omdat het een door de mens gemaakte vezel is die is afgeleid van producten op aardoliebasis, wordt polyester niet als duurzaam beschouwd en is het ook niet biologisch afbreekbaar.